Posts Tagged ‘excursies’

Articles

Tussen de lakens

In Fotografie,Natuur,Taal,Vlinders & nachtvlinders on 11 oktober 2014 door Marjolein Stam Getagd: , , , , , , , , , , , ,

Het was een prachtige zomer en dat betekent dat ik veel buiten ben geweest, in de natuur. Van excursies met de Vlinderwerkgroep tot dagen in het veld met allerlei mensen die ik via Facebook heb ontmoet, IVN-avonden en excursies in het Leeuwarder Bos – ik heb de zomer optimaal ge- en beleefd. Daarbij bleven de avonden bij de vlinderlakens toch wel hoogtepunten: wat heb ik weer een bijzondere schoonheden mogen zien! Elk gebied kent zijn eigen vliegers, elke maand brengt weer andere vlinders en ik krijg er nooit genoeg van. Naast macro’s begin ik ook micro’s te fotograferen, al ken ik die nog nauwelijks bij naam. Vooralsnog heb ik aan het determineren van macro’s mijn handen vol. Maar gelukkig hebben we de foto’s nog – ik kan er nog menige koude wintermaand mee vullen.

Ik weet het: ik heb al veel vaker geschreven over de ‘pracht van de nacht’, maar al die verrassingen die zomaar op de felle lamp afkomen en op het laken landen – het blijft me mateloos boeien en fascineren. Dit jaar heb ik meer nachtvlinderavonden meegemaakt dan de afgelopen drie jaar samen: het weer werkte goed mee en ik had bovendien vaker vervoer, dus ik heb optimaal van alle avonden kunnen genieten. Thuis kwam er wat minder ‘bezoek’ op mijn blauwe lampje af; het lijkt er op dat de vlinders er aan beginnen te wennen. Of poes Miss Muis heeft er succesvol een aantal gevangen, dat kan ook nog, maar feit is dat er de laatste maanden nauwelijks nog vlindertjes op mijn raam landen. Ondanks een paar mooie vondsten eerder in het jaar was het tussen de lakens veel spannender!

We hadden een paar absolute top-avonden: de beste was na een snikhete dag op de Delleboersterheide, een prachtig natuurgebied, waar het laken op de broeierig warme avond uitpuilde van de nachtvlinders. Ik las dat er op de twee lakens 521 macro’s geteld zijn, terwijl het aantal micro’s nog niet duidelijk was! Dat is extreem veel en het was onbeschrijflijk om mee te maken. Ik had die dag een nieuwe camera gekregen, zonder dat ik de gebruiksaanwijzing kende, maar met enige instellingshulp door anderen heb ik gelukkig goede foto’s kunnen maken – beter dan met mijn andere, waarbij ik niet kon flitsen en met een zaklamp moest werken (en bovendien de vlinder bijna beschadigde omdat ik er zo dicht bovenop zat). Nu kon ik inzoomen en toch goede foto’s nemen. En er viel wat te klikken! Bij die 521 macro’s zaten twee bijzonderheden, waarvan eentje de absolute topper was: een totaal nieuwe soort voor Nederland! Het was indrukwekkend hoe Jannie Sinnema het uiltje feilloos uit de hordes vlinders plukte omdat ze deze niet herkende. De Sinnema’s verdienen deze triomf van een nieuwe vondst volledig: zij zetten zich samen al 40 jaar met hart en ziel in voor de nachtvlinders in Friesland en zijn een stuwende kracht achter de Vlinderwerkgroep. Zelf heb ik de uil geloof ik niet eens gezien of gefotografeerd; Jannie toonde hem in een potje – hij moest natuurlijk mee ter determinatie. Het was een overweldigende avond.

Ook bijzonder was de avond in tuin in Kollum: door de vlindervriendelijke beplanting van de tuin in combinatie met grote ruigtegebieden en een kanaal vlakbij het huis kwamen er mooie diverse soorten op de lakens. Het weer werkte mee: het was wat broeierig en dat is altijd prettig voor de nachtvlinders. De door mij zeer gewaardeerde hagedoornvlinder was in groten getale aanwezig – er kwamen wel 20 exemplaren van deze gele schoonheid naar ons toe. Pijlstaarten – die blijkbaar een ingebouwde klok hebben en pas rond middernacht vliegen – zagen we die avond niet, maar daarvan had ik eerder al tijdens de Nationale Nachtvlindernacht, in het Leeuwarder Bos en op de Delleboersterheide oude en nieuwe bekenden gezien.

Een speciale plek verdienen de Weeskinderen: op de Delleboersterheide zagen we een (bijzonder en prachtig) karmozijnrood weeskind, terwijl we twee en ook drie weken later bij excursies werden verblijd met het zien van een rood weeskind. Waarom ze zo heten weet ik niet; ondanks de naam ‘weeskinderen’, zijn ze wel familie van elkaar 😉 Het wachten is nog op een blauw en een zwart weeskind, dan is de familie compleet. Dat komt vast nog wel!
Ook bijzonder was de zilveren maan die we in een gebied zagen waar deze zeldzame parelmoervlinder niet eerder gesignaleerd was. Iets verderop zag ik daar ook mijn eerste luzernevlinder vliegen – helaas niet mogelijk om daar een foto van te maken. Als laatste hoogtepunt zag ik tijdens een fietstocht op Ameland vanuit een ooghoek een vlindertje op een stukje duinzand, dus ik ging bovenop de rem, camera in de aanslag, fiets omkeren en terug en daar zat een kleine parelmoervlinder, een typische duin- en kustsoort die je in de provincie niet zomaar ziet.

De laatste drie genoemde vlinders zijn dagvlinders, maar de nadruk ligt toch altijd weer op de macro’s en micro’s: spannende spanners, knappe uiltjes en mooie motten, veelal met poëtische namen. Je vindt ze wel in abri’s en op portiekverlichting, maar het grootste vlinderplezier beleef je toch tussen de lakens 😉

Deze slideshow vereist JavaScript.

Articles

Home is where the heart is

In Fotografie,Natuur,Persoonlijks,Taal,Vlinders & nachtvlinders on 4 juli 2014 door Marjolein Stam Getagd: , , , , , , , , ,

Wat heb ik er lang niet aan gewild: ik woon in Leeuwarden en dat zal niet veranderen. Na de aanvankelijke rust die Fryslân brengt, vond ik het verschrikkelijk om ‘opgesloten’ te zijn in een stad die niet de mijne is, zonder vervoer naar de – wel mooie – buitengebieden en vooral, zonder echte vrienden. Die krijg je hier niet zomaar; degenen die me dierbaar zijn, zijn praktisch allemaal niet-Liwwadders.
In de 12½ jaar dat ik hier woon, is er veel gebeurd en veel veranderd. Mijn mogelijkheden zijn veel beperkter dan toen ik hier kwam. Liefdes en vriendschappen kwamen en gingen voorbij. Daar heb ik erg aan moeten wennen, aan de gevoelens van eenzaamheid die dat met zich meebrengt, in een stad waar voor mijn gevoel weinig natuurschoon te halen viel, waar ik nauwelijks binding mee heb. Maar de rust is er wel – die Friese rust, het geen haast hebben.

Sinds vorig jaar heeft mijn leven enorm aan kwaliteit gewonnen en kan ik er steeds meer op uit. Dat doe ik dan ook en tot mijn eigen verbazing geniet ik bij elke tocht met volle teugen! Deed ik voorheen wat lacherig over het ‘Leeuwarder Bos’ (“Wat nou bos!? In Ommen heb je pas bos!”), hoe meer ik er kom, des te meer zie ik en geniet van alles wat ook een jong bos toch tot een bos maakt! Activiteiten en excursies maken het ook zichtbaarder. Zo was er eind mei het Soortenweekend dat door het Natuurmuseum georganiseerd werd, met eye-openers bij de excursies en genieten bij het nachtvlinderen. Ik fietste drie keer heen en weer en genoot van alle aspecten die getoond werden. Wat is er nou mooier dan een bos verkennen en nachtvlinders bekijken onder het geroep van een koekoek vlakbij?
De Nationale Nachtvlindernacht viel ook gunstig: op vrijdagavond kon ik mee naar Buitenpost, waar leden van onze Vlinderwerkgroep lamp en laken bedienden. De volgende avond was er een tweede mogelijkheid: aan de rand van het Leeuwarder Bos. De methode van vlinderen verschilde enorm, maar ik genoot evenzeer van de wetenschappelijke benadering als van de wat vrijere benadering in Buitenpost – buiten de prachtige vlinders die op het licht af kwamen!
Beide nachten lag ik pas om 4 uur in bed, maar het weerhield me niet van deelname aan bemonstering van het water met zoeken naar kikker- en amfibielarven aan de rand van het Leeuwarder Bos op zondagmiddag. Ook dit was een geweldige middag, waar ik ondanks mijn angst voor kikkers enorm van heb genoten.

Op Facebook is er (o.a.) een groep voor het Leeuwarder Bos en door daar lid van te worden, ontmoette ik mensen die het bos een warm hart toedragen. Intussen ben ik met één van de leden al op stap geweest om te zoeken naar rupsen die daar gespot waren – helaas waren ze onvindbaar. Toch blijft de serendipiteit: je gaat voor een rups maar je vindt tientallen andere dingen. Die middag was dat de heemtuin, die de rand van het bos omtovert in een schoonheid waar je met liefde doorheen wandelt en fietst. Natuur die niet alleen maar in mijn favoriete parkje verpakt is, maar waar ik na een kwartiertje fietsen al middenin sta.

Zo heb ik het gevoel terug dat mijn opa me vanaf klein meisje meegaf, elke zondag als hij ons meenam naar “de bos”: ik ben thuis. Ook hier in Leeuwarden, ook rondom de stad waar zo veel mooie natuurgebieden zijn en zeker in Fryslân. Mijn mantra is niet meer “Ik ben geboren in het Reestdal, getogen in het Vechtdal, mijn kinderen zijn geboren in het Reggedal en nu woon ik (voorgoed) in het tranendal …”. Nee, ik heb op mooie plekken gewoond met schitterende natuur en nu ik beter kijk, zie ik die hier ook. Ook hier ben ik thuis.

Onderstaand een fotoserie van zowel de bezoeken eind mei als van de afgelopen week.

Deze slideshow vereist JavaScript.